Ik werk dus ik ben

Helpt psychotherapie en waarom? Het is een vraag die velen zich ongetwijfeld al vaak gesteld hebben, maar het is ook een vraag die hulpverleners reeds decennia bezig houdt.  Hoe kan je zinvol behandelen zonder te weten wat écht het verschil maakt?

Wampold bracht als eerste jaren geleden The Great Psychotherapy Debate uit, waarbij hij verschillende effectiviteitsstudies onder de loep nam in de hoop de werkzame elementen van een psychotherapie te kunnen detecteren. In praktijkhandboeken wordt hieromtrent ook vaak gerefereerd naar de cirkel van Lambert.

Cirkel van Lambert

De ‘cirkel’ bestaat uit een taartdiagram dat het totale effect van therapie op honderd procent stelt en de taart vervolgens in stukken verdeelt die aan het totale effect bijdragen. Dit is uiteraard een simplistische weergave van een vermoedelijk veel complexer proces. Lambert hield geen rekening met interactie-effecten tussen de verschillende factoren, hoe bijvoorbeeld bepaalde patiëntkenmerken een invloed uitoefenen op de therapeutische relatie. Bovendien is het in effectiviteitsstudies aartsmoeilijk (lees: quasi onmogelijk) om de effecten van één specifieke factor te isoleren.

Toch wordt algemeen aangenomen dat de common factors (30%) – de gemeenschappelijke factoren die terugvonden worden binnen elke vorm van psychotherapie – zoals bijvoorbeeld de werkrelatie, vaak een belangrijkere rol spelen dan de specifieke oefeningen en methodes die worden toegepast. Hoe kan je anders verklaren dat de cognitieve therapie, gedragsactivatie en de interpersoonlijke therapie het even goed doen bij de behandeling van een depressie?

Verder is het ook niet zo moeilijk om zich in te beelden dat de ernst van de klachten, de persoonlijke stijl, veerkracht van mensen en een ondersteunende omgeving grotendeels bepalend zijn voor de vooruitgang die iemand maakt (40%). ‘Het begint allemaal bij jezelf.’

Dit is uiteraard geen pleidooi om alle therapeutische stromingen overboord te gooien, omdat het toch geen verschil zou uitmaken wat een psychotherapeut doet. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld wel dat de gedragstherapie beduidend betere resultaten boekt bij de behandeling van angststoornissen dan een andere aanpak.

Maar het punt is: we weten nog steeds te weinig wat werkt, voor wie en waarom. Voor de verdere professionalisering van ons beroep is het belangrijk om te blijven inzetten op wetenschappelijk onderzoek. Dit is ook in lijn met de verwachtingen vanuit de overheid om steeds meer aan Evidence Based Psychology te gaan doen.

Toch moet er volgens mij ruimte blijven bestaan voor intuïtie en kritisch redeneren. Ons vak mag niet gereduceerd worden tot enkel het volgen van behandelprotocollen zoals in Nederland steeds vaker het geval is. De interacties tussen twee mensen binnen een psychotherapeutische context zullen nooit volledig ontleed kunnen worden en maar goed ook.

G. Ysebaert – 13/06/18

Belgische Federatie voor Psychologen. Geraadpleegd op 12/06/2018: https://www.bfp-fbp.be/evidence-based-psychology

Keijsers, G. P. J. (2014) Waarom zijn specifieke behandeltechnieken belangrijk voor het resultaat van psychotherapie en waarom de werkrelatie? Gedragstherapie, 47 (3), 148-172.

Wampold, B. E., & Imel, Z. E. (2015) The Great Psychotherapy Debate: 2nd edition. New York: Routledge.

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s